Deel Print Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Treffers 251 t/m 300 van 1,158

      «Vorige «1 ... 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ... 24» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
251 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I1540)
 
252 d.v.Hendrik Vogelzang en Maria Puper. Vogelzang, Alida Magdalena (I1455)
 
253 d.v.Isak van der Walle en Trijntje Foppes Bosch. van der Walle, Aagje Jannigje (I1463)
 
254 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I1694)
 
255 d.v.Jacob Zinger en Annegien Oosterhof. Zinger, Klasina (I1406)
 
256 d.v.Jan Koper en Cornelia Cordes Koper, Rebecca (I2000)
 
257 d.v.Jan Kromhout en Matthea Lensch; tot 1942 in Noord-Holland Kromhout, Susanna Jacoba (I2006)
 
258 d.v.Jan Timmerman en Betje de Vries Timmerman, Lammigje (I1104)
 
259 d.v.Johan Christiaan Maillij en Gezina Meijer Maillij, Geertruida (I2003)
 
260 d.v.Johan Christiaan Mailly en Klasina Meijer Mailly, Aleida Maria (I1306)
 
261 d.v.Johann Schutz en Cornelia Arends. Schutz, Berndina (I1421)
 
262 d.v.Johannes Jacobus Veldmeyer en Nienkje Sjerps de Vries. Veldmeyer, Maria Elisabeth (I1317)
 
263 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I1592)
 
264 d.v.Lammert v.d.Veen en Cornelia Verra van der Veen, Antje (I1316)
 
265 d.v.Laurens Latour en Clara Maria Eynwachter. Latour, Maria Cornelia (I1355)
 
266 d.v.Pieter Johannes Albertus van Wilpen geb 12-10-1882 en Bet Waalwijk .RK; van Wilpen, Johanna Alijda Maria (I1966)
 
267 d.v.Stephanus Huisinhetveld en Eva Wilhelmina ten Bolscher Huisinhetveld, Margaretha Grada (Griet) (I1926)
 
268 d.v.Wiebe Gerrits Lageveen en Mintje Willems Bron Lageveen, Rinske (I1509)
 
269 d.v.Wilhelmes Latour en .....Marinus. Grootmoeder is Trijntje Koopmans en grootvader Harm Marinus Latour, Trijntje (I1138)
 
270 d.v.Willem Matse en Cornelia van Us Matse, Alida (I2002)
 
271 Datum van ondertrouw: 31 januari 1662.
Getuigen: Symon Elsevier (zijn zwager te Delff), Jacob Beuns (zijn bekende) en Maertge Aelberts (haar schoonzuster). 
Gezin: Pieter de Bosch / Maycken Beun (F1153)
 
272 De abdij de Leeuwenhorst. Persijn, Jan (I3869)
 
273 De abdij de Leeuwenhorst. van Brederode, Jutte (I3870)
 
274 De abdij van Egmond. Persijn, Jan (I3888)
 
275 De Brink Oudemirdum, Gaasterland Koopmans, Dirk Kerst (I1935)
 
276 De grootvader van Jan Veldhuizen is Nicolaas Beun (1819-1886). De overgrootvader van Trijntje Beun is Gerrit Beun (1805-1878).
Deze Nicolaas en Gerrit zijn broers. 
Gezin: Jan Veldhuizen / Trijntje Beun (F1204)
 
277 De moeder van deze Johannes Beun, Geziena Latour, is bij (of vlak na) zijn geboorte gestorven. Beun, Johannes (I1848)
 
278 de moeder van Wilt woonde in Oosterwolde Post, Wilt (I1762)
 
279 De Schotse Brigade was een Nederlands legeronderdeel uit de 17e - en 18e eeuw, dat gevormd werd door drie Schotse regimenten, die van Groot-Brittannië waren gehuurd. Pas in 1783 werden ze genationaliseerd. Een van de bekendste soldaten uit de Schotse Brigade was John Gabriël Stedman.

Gedurende de 17e en 18e eeuw huurden de Staten-Generaal een aantal Schotse regimenten van Groot-Brittannië. Nadat de Spaanse Erfopvolgingsoorlog was beëindigd (Vrede van Utrecht, 1713) werden alleen de oudste 3 regimenten behouden, welke verenigd waren in de Schotse Brigade. Deze regimenten werden genummerd als Regimenten Schotten 1, 2 en 3, maar waren met name bekend onder de namen van de regimentscommandanten, zoals gedurende de 18e eeuw gebruikelijk was.
(Bron: Wikipedia
Stuart, Jacob (I2960)
 
280 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I3357)
 
281 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I3357)
 
282 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I2017)
 
283 Der Fromme, Louis Ier dit "le Debonnaire'' (le Pieux); regierte 813-840. Die Salbung und Krönung der Brüder Karl, Pippin und Ludwig zu Königen erfolgte 781 durch Papst Hadrian I in Rom. Karl sollte Nachfolger seines Vaters im eigentlichen Kernland des Frankenreiches werden, während Pippin das italisch-bayerische und Ludwig das aquitanisch-burgundische Teilreich angewiesen bekamen (806 Divisio regnorum). Nach dem Tod seiner beiden Brüder war die Nachfolgeregelung Karls des Großen hinfällig. Am 11.9.813 wurde Ludwig zum Mitkaiser gekrönt. Nach dem Tod seines Vaters setzte er sich in Reims selbst die Krone des Alleinherrschers auf. Da die Krönung von 813 ohne Mitwirkung der Geistlichkeit vollzogen worden war, ließ Ludwig sich nochmals am 28.10.816 durch Papst Stephan IV in Reims salben und krönen.
Ludwig gelang während seiner Herrschaft die Neuordnung der Kirchenverfassung durch eine umfassende neue Gesetzgebung. Üeberschattet wurde seine Regierungzeit jedoch vor allem durch immerwährende Kämpfe im Inneren des Reiches. Diese Auseinandersetzungen hatten verschiedene Gründe. Grundlegend war wohl die Diskrepanz zwischen der Riesengröße des Reiches und den mangelhaften Möglichkeiten, es ausreichend zu verwalten. So war es Ludwig unmöglich, die von außen in das Reich drängenden Normannen zu vertreiben. Viel entscheidender jedoch für die sich immer stärker abzeichnende Auflösung des Reiches waren die innenpolitischen Differenzen.
Neben den ständigen Kämpfen des Adels um die Macht am Hofe, führte die Nachfolgeregelung Ludwigs zur absoluten Verwirrung der Reichsstrukturen. 817 bestimmte Ludwig in der Ordinatio imperii seine Nachfolge. Demnach sollte der älteste Sohn Lothar zum Mitkaiser ernannt und die Regierung über das fränkische Reich sowie gleichzeitig die Aufsicht über die jüngeren Brüder übernehmen, denen Bayern und Aquitanien als Unterkönigreiche unterstanden. Somit war die Unteilbarkeit des Reiches und die seine Regierung durch ein alleiniges Oberhaupt festgelegt. Mit der Geburt des vierten Sohnes Karl aus der zweiten Ehe Ludwigs wurde diese Nachfolgeregelung jedoch wieder zu Gunsten der traditionellen Teilung des Reiches in gleichberechtigte Teilreiche abgeändert, worauf es zu mehreren Aufständen der drei ältesten Söhne Lothar, Pippin und Ludwig kam. Diese gipfelten 833 auf dem Lügenfeld von Colmar in dem Überlaufen des Heeres Ludwigs zu dem seiner Söhne. Am 29.6.833 wurde Ludwig schließlich von den Aufständischen gefangengenommen und als Kaiser abgesetzt. Im Oktober 833 wurde er durch Lothar in das Medarduskloster von Soisson gebracht und anschließend von einer Versammlung geistlicher und weltlicher Herren in Compiegne als regierungsunfähig erklärt und zu Klosterhaft verurteilt.
Außerdem wurde ihm eine schimpfliche Kirchenbuße auferlegt. Daraufhin befreiten ihn seine Söhne Pippin und Ludwig im Februar 834 wieder aus seinem Gefängnis. Am 10.11.834 wurde Ludwig der Fromme in Saint-Denis erneut von den Bischöfen mit dem kaiserlichen Ornat bekleidet und abermals zum Kaiser gekrönt. Diese Aufstände trugen wesentlich zur Aufösung des Karolingerreiches bei. Ludwig der Fromme wurde nach seinem Tod 840 in Metz im Kloster des Heiligen Arnuls begraben. 
Franken, Lodewijk I 'de Vrome' der (I159941)
 
284 Deze echtgenote is niet geheel zeker. Avesnes, Ida van (I65733)
 
285 Dirk van Voorne was de opvolger van zijn broer Hugo. In 1198 komen beiden voor het eerst voor in een grafelijke oorkonde. De broers hadden bovendien nog een jongere broer Bartholomeus die vanaf 1199 bekend is. Oudste broer Hugo vertegenwoordigde in 1198 het geslacht Voorne. Als heer van Voorne en leenman van de graaf zal hij dan minstens 18 jaar zijn geweest. Hij moet dan ook minstens uit 1180 datereren. Voor zijn broers was het voldoende dat ze civielrechtelijk gezien meerderjarig waren om als getuige te mogen fungeren. Ze zullen dan minstens twaalf jaar zijn geweest (in Brabant was dat 14 jaar). Jongste broer Bartholomeus zal derhalve in 1199 minimaal twaalf zijn geweest en uiterlijk in 1187 zijn geboren. Van broer Dirk weten we dat hij rond 1205 zal zijn gehuwd. Als jongere broer had hij niet de primaire taak om de stamlijn van het geslacht voort te zetten. Vveronderstel wordt dan ook dat hij bij zijn huwelijk gewoon meerderjarig en zo rond de 25 jaar zal zijn geweest. Dit plaatst zijn geboortejaar op ca. 1180. Zijn broer Hugo zal daarom ook iets ouder zijn geweest. Hun vader Dirk van Voorne wordt geacht met een dochter van Udalrich van Naaldwijk te zijn gehuwd. We mogen uit vernoemingsoogpunt dan ook verwachten dat er tussen Hugo en Dirk een vroegoverleden broer met deze naam zal zijn geboren. Met een kleine marge is te schatten dat vader Dirk van Voorne rond 1175 huwde met een qua voornaam onbekend gebleven erfdochter van Udalrich van Naalwijk. Voorne, Dirk II van (I17109)
 
286 Dispensatie voor het huwelijk werd verleend op 3 mrt 1314. Gezin: Jan Persijn / Jutte van Brederode (F2012)
 
287 dochter van Harmen Jan Piek en Christina te Beest Piek, Willemina (I1924)
 
288 dochter van Roelof Lankman en Ebeltje Lammerts Ent. Lankman, Hendrikje (Hendrije) (I1615)
 
289 Doet belijdenis te Weesp op 26 maa 1750. Stuart, Emont (I2937)
 
290 Dominicanerkerk van Brederode, Dirk II 'de Goede' (I3897)
 
291 Dominus Petrus de Bersalia, miles, heer van Goes en Borselen. In 1263 geven P. en H. milites, filii quondam domini Nicolai de Bersalia, aan abt en convent van Middelburg een kwitantie van 1673 ponden, die deze geestelijke heeren aan domina M., zuster van P. en H. voornoemd, afbetaald hadden op een som van 3000 pond, die de abt verschuldigd was "recolende memorie domino N. patri nostro”. (Oork. Holl. II no. 99; de voornamen zijn in deze oorkonde alleen met de voorletters aangeduid). Beide broeders doen het volgende jaar (1264) een uitspraak over een twist, welke de Vlaamsche Cistercienser-abdij Duins met eenige personen had (Bijdrage Hist. Gen. Utrecht 47, blz. 209); zij heeten daar voluit: Petrus de Barselu et Henricus dictus Wisse, milites.
Het volgende jaar (1266) wordt een twist beslecht, diedominus Godefridus de Cruninghen en dominus Petrus en dominus Henricus de Bersalia, deze beide laatsten broeders, met de gravin-weduwe Aleyd van Holland hadden (de Fremery: Suppl. Oork. no. 149 - Waarschijnlijk heeft hierop betrekking een stuk uit 1272: graaf Floris V blijft bij de gravin-weduwe Aleijd borg voor een som van 1000 pond hollands, welke heer Petrus en de zoons van zijn broeder, heer Henricus, haar schuldig waren), terwijl in 1266 Petrus de Bersela en Heinricus dictus Wisse, milites, een overeenkomst ten behoeve der abdij Duins bezegelden (Bijdrage Hist. Gen. Utrecht 47 blz. 211 met hun beider zegels). In evengenoemd jaar gaf graaf Floris V aan zijn verwant (oonsanguineus) dominus Petrus de Borsalia, miles, diens mannen van Goes tolvrijheid (Oork Holl. Nalezing no. 42), waaruit blijkt dat hij heer dier plaats was. Wij weten niet of hij ze uit de vaderlijke nalatenschap hield, want al is het bekend dat hij met zijn broeder Henric de goederen zijns vaders deelde, zoo is het stuk daaromtrent niet tot ons gekomen. Evenmin
weten wij iets naders over de tienden, die heer Petrus in leen hield van de St. Paulus-abdij en van het kapittelvan St. Pieter, beiden te Utrecht, ook de daarop betrekking hebbende stukken zijn verdwenen. In 1276 kwam dominus Petrus de Borsalia, miles, te Leiden onder de getuigen van graaf Floris V voor (Oork. Holl. II no. 321) en het laatst ontmoeten wij hem in 1278 in een stuk, dat bij zijn dochter Jutte ter sprake zal komen. 
van Borselen, Peter (I3917)
 
292 Doodboek Weeskamer Gorinchem vermeldt: Schelluinen 10 april 1723, de vrouw van Jacob Stuart.
Het is niet onaannemelijk dat dit Heijltje van Deijnse is. 
van Deijnse (Dijnse), Heijltje (I2946)
 
293 Doodgeschoten door de Nazi's, vlak voor het einde van de tweede wereldoorlog. Snijders, Jozef Bernardus (I2880)
 
294 Doop in de Hooglandse Kerk. den Os, Katrina (I1236)
 
295 Doop in de St. Vituskerk te Naarden; Rooms-katholiek. Schetters, Lubbertje (I2839)
 
296 Door zijn vader aangesteld tot koning in Maine (856) en, als gedesigneerd opvolger, tot (onder)koning van Aquitanië (867). Hij gaat zodra hij de dood van zijn vader heeft vernomen tal van kloosters, graafschappen en domeinen wegschenken om aanhang te winnen, wat de koninklijke macht natuurlijk verkleint en bijna tot een burgeroorlog leidt met de uit Italië terugkerenden.
Hij wordt na bemiddelend optreden van aartsbisschop Hincmar van Reims door deze gekroond in Compiègne op 08-12-877. Hij wordt ook door paus Johannes VIII gekroond (met uitzicht op een latere keizerskroning in Rome) op 07-09-878 in Troyes.
Hij bevestigt op een samenkomst met zijn neef Lodewijk 'de Jonge' van Oost-Francië het verdrag van Meersen te Voeren (Fouron) op 01-11-878.
Hij bereidt, voordat een verdergaande samenwerking met de overige Karolingische vorsten wordt bereikt, een veldtocht voor tegen het opstandige zuiden van zijn rijk, doch, ziekelijk als hij is, overlijdt hij in Compiègne op Goede Vrijdag 10-04-879 en is aldaar begraven in het klooster Notre Dame op 11-04-879. 
West-Francië, Lodewijk II 'de Stamelaar' van (I77988)
 
297 dr.v.Jochem Martens Mandemaker en Antje Wijbes van der Veen Mandemaker, Afke (I1492)
 
298 dr.v.Willem Christiaan Veeloo en Hendrika Adriana Maria v.Rooij Veeloo, Hendrika Maria (I2289)
 
299 dr.van Roelof Veldhuizen en Sjoukje Mulder Lem, Nicolaas (I1453)
 
300 Drager van de Eremedaille in Goud, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau. (1992) Kroonenburg, Johannes George (Jan) (I506)
 

      «Vorige «1 ... 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ... 24» Volgende»